Een grootheid kan je meten (b.v. lengte, geheugen), een eenheid is de maat waarmee je meet (b.v. meter, Byte). Hoe reken je eenheden ook alweer om? En kan je een lengte schatten, maar ook exact opmeten? Of kan je informatie uit tabellen en grafiek halen en kan je rekenen met (woord-)formules? En wat is nu eigenlijk een woordformule, vuistregel of referentiemaat?
In dit domein leer je alles over grootheden en eenheden en hoe je ermee kan rekenen. Ze zijn essentieel voor het dagelijks leven.
4.1 Tijd en kalender
a) Je kan omrekenen tussen uren, minuten en seconden
b) je kent termen die met tijd te maken hebben als kwartier, kwartaal en eeuw
c) Je kent het aantal dagen van elke maand van het jaar
4.2 Lengte
a) Je kan een lengte nauwkeurig opmeten met meetmateriaal in mm, cm en m
b) Je kan berekeningen uitvoeren met lengte en de bijbehorende eenheden, zoals kilometer, meter en centimeter
c) Je kan omrekenen tussen kleinere en grotere lengte-eenheden
d) Je kan lengtes inschatten en je kent meerdere referentiematen van lengte
4.3 Temperatuur
a) Je kan rekenen met temperatuur en de bijbehorende eenheden, zoals Celsius en Fahrenheit.
Hoofdstuktoets 4
Je test jezelf om te zien in hoeverre je de stof van dit hoofdstuk hebt begrepen.
5.1 Geld
a) Je kan rekenen met geld en de bijbehorende eenheden als Euro en Eurocent, om bijvoorbeeld kosten te berekenen of wisselgeld terug te geven
b) Je kan afronden bij betalingen met contant geld of digitaal
c) Je kan rekenen met grote bedragen als tonnen, miljoenen of miljarden euro’s
5.2 Gewicht
a) Je kent de referentiematen van gewicht
b) Je kan rekenen met gewicht en de bijbehorende eenheden, zoals ton, kilogram, gram en milligram
c) Je kan de gewichtseenheden omrekenen naar een grotere of kleinere gewichtseenheden
5.3 Geheugen
a) Je kent de eenheden van geheugen (Terabyte, gigabyte ect.)
b) Je kan omrekenen met de meest voorkomende geheugeneenheden
c) Je kent het verband tussen Mbit/s en MByte/s
Verdieping: onderzoek waarom een bestand van 95 MB waarschijnlijk niet past op een geheugendrager van 100 MB
5.4 Samengestelde eenheden
a) Je kan rekenen met samengestelde eenheden zoals (upload-)snelheid, inwoners per km2, prijs/kg of prijs/uur
b) Je kan omrekenen van m/s naar km/uur en omgekeerd
c) Je kan bij snelheid een afstand, tijd of gemiddelde snelheid uitrekenen
c) Je kent vuistregels en referentiematen van snelheid
Hoofdstuktoets 5
Je test jezelf om te zien in hoeverre je de stof van dit hoofdstuk hebt begrepen.
6.1 Woordformules
a) Je kan uitleggen wat woordformules zijn
b) Je maakt gebruik van woordformules om verhaalsommen op te lossen
6.2 Vuistregel
a) Je kan uitleggen wat vuistregels zijn
b) Je maakt gebruik van vuistregels om verhaalsommen op te lossen, om praktische problemen op te lossen en om situaties uit het dagelijks leven te begrijpen en te analyseren
6.3 Formule, tabel, grafiek
a) Je kan een woordformule omzetten naar een tabel
b) Je kan een woordformule omzetten naar een grafiek en een grafiek omzetten naar een woordformule
c) Je kan informatie op drie verschillende manieren verwerken en aflezen: in grafieken, tabellen en formules
Hoofdstuktoets 6
Je test jezelf om te zien in hoeverre je de stof van dit hoofdstuk hebt begrepen
Computer
Programma Eduhint (https://www.eduhint.nl)
Pen en denkpapier
Rekenschrift
Meetmateriaal (liniaal of meetlint, geodriehoek)
Uitleg afwisselend klassikaal, in kleine groepen of individueel
Zelfstandig werken in Eduhint
Samen overleggen over de lesstof
De theorie zit verweven in het programma Eduhint.
Bij de paragrafen wordt de theorie aangegeven met een letter of een boekje.
Maak de oefeningen van Domein 2
a) Gebruik de rekenmachine van het programma.
b) Laat je berekening die je hebt gemaakt staan, zodat te zien is hoe je hebt gerekend
Optioneel: maak de nulmeting in de eerste rekenles van domein 2
HOOFDSTUK 4, ALLERLEI MATEN
4.1 Tijd en kalender
4.2 Lengte
4.3 Temperatuur
Hoofdstuktoets 4
HOOFDSTUK 5, MEER MATEN
5.1 Geld
5.2 Gewicht
5.3 Geheugen
5.4 Samengestelde eenheden
Hoofdstuktoets 5
HOOFDSTUK 6: FORMULES
6.1 Woordformules
6.2 Vuistregel
6.3 Formule, tabel, grafiek
Hoofdstuktoets 6
Domein 2 sluit je af met een toets
Is dit domein voor jou gesneden koek? Toon aan met een nulmeting en hoofdstuktoetsen dat je oefeningen kan overslaan.
Heb je behoefte aan extra uitleg? Sluit aan bij uitleg in kleine groepjes of vraag om persoonlijke uitleg. Misschien is extra rekenbegeleiding buiten de lessen om verstandig.