Breuken en kommagetallen helpen om verhoudingen beter te begrijpen. Ze laten zien hoe een hoeveelheid kan worden verdeeld in kleinere delen en hoe deze delen zich tot elkaar verhouden. Dit helpt bij het begrijpen van concepten zoals schaal, proporties en verhoudingen, die van toepassing zijn op verschillende aspecten van het dagelijks leven, zoals koken, bouwen en ontwerpen
HOOFDSTUK 10, BREUKEN
10.1 Breuken
a) Je herkent een breuk als een deel van een geheel
b) Je kan breuken vereenvoudigen
c) Je kan een breuk als een gemengde breuk schrijven
d) Je kan de termen half, de helft, anderhalf, derde, kwart en driekwart als een breuk schrijven
10.2 Rekenen met breuken
a) Je kan gelijknamige en eenvoudige ongelijknamige breuken optellen en aftrekken
b) Je kan met behulp van een breuk een deel van een geheel of aantal uitrekenen
10.3 Breuk en kommagetal
a) Je kan breuken schrijven als kommagetal en kommagetallen als breuk
Hoofdstuktoets 10
Je test jezelf om te zien in hoeverre je de stof van dit hoofdstuk hebt begrepen.
HOOFDSTUK 11, VERHOUDINGEN
11.1 Rekenen met verhoudingen
a) Je herkent verhoudingstaal als één op de drie, één van de drie, één per drie en één staat tot drie
b) Je kan verhoudingen omrekenen met een verhoudingstabel
11.2 Vergelijken
a) Je kan verschillende verhoudingen met elkaar vergelijken, b.v. om te bepalen wat het goedkoopste is
Hoofdstuktoets 11
Je test jezelf om te zien in hoeverre je de stof van dit hoofdstuk hebt begrepen.
HOOFDSTUK 12, SCHAAL
12.1 Rekenen met verhoudingen
a) Je weet wat een schaallijn is en kan hier mee rekenen
b) Je kan de schaal uitrekenen als je de maten kent van een object (b.v. huis) en een schaalmodel van dat object
12.2 Vergroten en verkleinen
a) Je kan de formaten van een object (b.v. huis) berekenen als je de formaten van het schaalmodel en de schaal weet
b) Je kan de formaten van een schaalmodel berekenen als je de formaten van het object (b.v. huis) en de schaal weet
12.3 Oppervlakte vergroten
a) Je begrijpt en kan uitleggen dat bij het vergroten van een oppervlakte met b.v. factor 4 de lengte én de breedte 4x groter worden, waardoor de oppervlakte 16x groter wordt
Hoofdstuktoets 12
Je test jezelf om te zien in hoeverre je de stof van dit hoofdstuk hebt begrepen.
Uitleg afwisselend klassikaal, in kleine groepen of individueel
Zelfstandig werken in Eduhint
Samen overleggen over de lesstof
De theorie zit verweven in het programma Eduhint.
Bij de paragrafen wordt de theorie aangegeven met een letter of een boekje.
Maak de oefeningen van Domein 4
a) Gebruik de rekenmachine van het programma.
b) Laat je berekening die je hebt gemaakt staan, zodat te zien is hoe je hebt gerekend
Optioneel: maak de nulmeting in de eerste rekenles van domein 4
HOOFDSTUK 10, BREUKEN
10.1 Breuken
10.2 Rekenen met breuken
10.3 Breuk en kommagetal
Hoofdstuktoets 10
HOOFDSTUK 11, VERHOUDINGEN
11.1 Rekenen met verhoudingen
11.2 Vergelijken
Hoofdstuktoets 11
HOOFDSTUK 12, SCHAAL
12.1 Rekenen met verhoudingen
12.2 Vergroten en verkleinen
12.3 Oppervlakte vergroten
Hoofdstuktoets 12
Domein 4 sluit je af met een toets
Is dit domein voor jou gesneden koek? Toon aan met een nulmeting en hoofdstuktoetsen dat je oefeningen kan overslaan.
Heb je behoefte aan extra uitleg? Sluit aan bij uitleg in kleine groepjes of vraag om persoonlijke uitleg. Misschien is extra rekenbegeleiding buiten de lessen om verstandig.